De waargebeurde film Jeanne du Barry is een biografische film en in dat geval is het natuurlijk niet verwonderlijk dat dit allemaal gebaseerd is op een waargebeurd verhaal. Maïwenn en Johnny Depp spelen de rollen van Jeanne du Barry en Louis XV (Lodewijk XV) en die figuren hebben echt bestaan.
Jeanne du Barry
In Jeanne du Barry zien we hoe Jeanne Bécu in de achttiende eeuw opgroeit in armoede als een buitenechtelijke dochter van een kleermaakster. Ze heeft echter een onstilbare honger naar cultuur en met behulp van haar intelligentie weet ze de sociale ladder te beklimmen, steeds een stapje hoger. Ze wordt uiteindelijk een van de minnaressen van Lodewijk XV die dankzij haar zijn levenslust hervindt. Jeanne trekt op een gegeven moment bij Lodewijk in en dat zorgt voor ontzettend veel ophef in het paleis in Versailles!
Maîtresse-en-titre
Jeanne Bécu, Comtesse du Barry werd op 8 december 1743 geboren in Vaucouleurs in Frankrijk. Over haar vroege leven is eigenlijk niet zo heel veel bekend, maar die bekendheid vergaarde ze dubbel en dwars als de zogenaamde maîtresse-en-titre van Lodewijk XV. ‘Maîtresse-en-titre‘ was een speciale titel die uitgedeeld werd aan dé maîtresse van de koning van Frankrijk. Jeanne en Lodewijk waren smoorverliefd op elkaar, maar hadden een probleempje: Bécu was van lage komaf en was bovendien ook nog eens wat te oud, maar dat probleem werd opgelost door de geboorteakte van Jeanne te vervalsen.
Schandaal en banningschap
Jeanne Bécu trok in bij Lodewijk XV en dat zorgde voor een schandaal van jewelste, omdat de nieuwe maîtresse van de koning prostituee was en bovendien geen cent te makken had. Veel leden van het Franse hof keken haar daarom met de nek aan, onder wie Marie Antoinette, de latere koningin van Frankrijk. Wegens de op dat moment geldende etiquette moest Jeanne getrouwd zijn en dat deed ze daarom (een verstandshuwelijk) met Comte Guillaume du Barry, waardoor haar achternaam veranderde. De Duc de Choiseul en de Duc d’Aiguillon wilden van haar af, maar ze bleef Lodewijk trouw tot zijn dood.
Toen Lodewijk pokken kreeg, op dat moment een dodelijke ziekte, stelde hij voor dat Jeanne zou moeten vluchten, zowel om haar te beschermen voor de ziekte als voor de gevolgen als hij zou komen te overlijden. Die ondervond ze echter aan den lijve, want ze werd verbannen naar de abdij du Pont-aux-Dames. Aanvankelijk moest ze in het klooster blijven, maar op een gegeven moment mocht ze zich ook in de nabije omgeving begeven.
Guillotine
Ten tijde van de Franse Revolutie ging het al helemaal mis. Zamor, Jeannes slaaf, ging bij het verzet en als gevolg daarvan werd hij ‘ontslagen’. De slaaf wilde wraak en gaf zijn voormalige ‘werkgeefster’ aan bij het comité dat de macht had bij de revolutionairen, wegens financiële hulp aan de zittende macht. Jeanne werd terechtgesteld in Parijs en ter dood veroordeeld. De executie werd op 8 december 1975 uitgevoerd: ze werd onthoofd met behulp van de guillotine.