De Franstalige film Saint Omer vertelt een waargebeurd verhaal, dat van hoofdpersonage Rama, die naar het plaatsje Saint Omer reist om een rechtszaak bij te wonen tegen een moeder. En die moeder bestaat echt, in 2013 vermoordde de Senegalese Fabienne Kabou haar jonge kindje Adélaïde, waar ze voor veroordeeld werd door het Franse gerecht.
Saint Omer
In Saint Omer zien we hoe romanschrijver Rama naar Saint Omer reist om het proces te volgen van een moeder die terechtstaat voor de moord op haar baby. De dingen gaan echter niet helemaal zoals verwacht en Rama wordt gedwongen om haar eigen relatie met het moederschap onder de loep nemen…
Saint Omer is gebaseerd op een waargebeurd verhaal, dat van Fabienne Kabou. Kabou werd op 14 juni 1977 geboren in de Senegalese hoofdstad Dakar, als dochter van een rijke Christelijke familie. Haar vader werkte als tolk voor de Verenigde Naties en haar moeder was secretaresse. Al als kind werd duidelijk dat Fabienne behoorlijk pienter was en naar verluidt scoorde ze zelfs 130 punten bij een IQ-test.
Fabienne Kabou
In 1995 verhuisde FAbienne Kabou naar Frankrijk om daar architectuur en filosofie te studeren, waarbij ze haar scriptie schreef over Wittgenstein (een Oostenrijkse filosoof). Ze ontmoette een beeldhouwer, Michel Lafon, die weliswaar dertig jaar ouder was dan zij, maar het klikte alsnog! Ze raakte twee keer zwanger en koos ook twee keer voor een abortus, maar drie keer was scheepsrecht. Dit keer besloot ze haar zwangerschap voor Lafon te verzwijgen, alvorens in augustus 2012 te bevallen in hun gezamenlijke appartement, moederziel alleen welteverstaan. De geboorte van de kleine spruit, Adélaïde (‘Ada’) werd niet opgegeven bij het geboorteregister en buiten het huishouden wist niemand van haar bestaan, zelfs Kabous moeder niet.
Fabienne Kabou trok zich terug uit de academische wereld om voor het kind te zorgen, vooral ook omdat haar partner zich niet voor Ada interesseerde. Het ging echter al snel mis met Kabou, die last kreeg van hallucinaties en liefst 40.000 euro uitgaf aan voodoodokters, in de hoop dat die voor genezing zouden kunnen zorgen. Het ging mentaal steeds slechter met Fabienne en op 19 november 2013 nam ze Adélaïde per trein mee naar Berck-sur-Mer, waar ze incheckte in een hotel. Aan Lafon had ze verteld dat ze Ada mee zou nemen naar Senegal, om bij haar moeder in te trekken.
Moord op Adélaïde
Na zonsondergang deed ze het ondenkbare, ze nam Adélaïde mee naar het strand, waar ze op en neer liep en haar dochtertje borstvoeding gaf. Volgens eigen zeggen bekroop haar steeds meer het gevoel dat ze Ada achter moest laten: “Het was gewoon makkelijker om een einde aan haar leven te maken. Het was alsof ik er niet helemaal bij was, ik kon het niet stoppen.” Ze legde het meisje in het water, gaf haar nog een knuffel en zei sorry, om zich vervolgens uit de voeten te maken. De volgende ochtend werd het levenloze lichaampje van Adélaïde aangetroffen door vissers.
Rechtszaak: twintig jaar cel
Fabienne Kabou werd gearresteerd en op 20 juni 2016 moest ze in de rechtszaal verschijnen. Ze gaf ‘kwade krachten’ en ‘hekserij’ de schuld van de moord, maar de rechter oordeelde dat ze toerekeningsvatbaar was en veroordeelde haar tot een celstraf van liefst twintig jaar. Documentairemaakster Alice Diop was aanwezig bij de zaak én maakte de film Saint Omer.
