De Zaak Menten is gebaseerd op een waargebeurd oorlogsverhaal. De serie van de publieke omroep is inmiddels ook op diverse streamingdiensten te zien. Maar wat is er precies waar in de serie en wat is gedramatiseerd?
Hans Knoop en Pieter Menten
Het verhaal van de serie De Zaak Menten luidt als volgt: Hoofdredacteur Hans Knoop (gespeeld door Guy Clemens) van het weekblad Accent krijgt in de jaren zeventig een telefoontje met de vraag waarom kunsthandelaar Pieter Menten (Aus Greidanus) nog vrij rondloopt, waarna hij op onderzoek uitgaat. Pieter Menten blijkt tijdens de Tweede Wereldoorlog in Polen als SS’er gruwelijke daden op zijn geweten te hebben. Knoop publiceert hier een artikel over, waarna de zaak-Menten aan het rollen komt, met grote gevolgen voor zowel Menten als Knoop.
Waargebeurde feiten
De serie is geen één-op-één-weergave van de échte historie, maar houdt zich in de regel wél bezig met waargebeurde feiten. Pieter Menten had zich in 1941 in Polen als lid van de SS aan ernstige oorlogsmisdrijven schuldig gemaakt. Na de tweede wereldoorlog werd hij uit de wind gehouden door verschillende kabinetten, waardoor hij slechts ‘beperkt veroordeeld’ werd voor zijn misdaden. Totdat hij in 1976 in opspraak kwam toen hij verschillende kunstwerken wilden laten veilen. Naar verluidt ging het hier namelijk om kunstroof.
Verdwenen
Die kunstroof werd eerst aan het licht gebracht door een Israëlische journalist en later ook door Hans Knoop, redacteur van het weekblad Accent en tevens werkzaam voor het televisieprogramma TROS Aktua.
Op 15 november 1976 sloeg de zaak al helemaal op hol, omdat Menten opeens verdwenen bleek te zijn, één dag vóórdat de rijksrecherche hem had willen arresteren. Dit leidde tot Kamervragen en ophef in de gehele Nederlandse samenwerken. Het speurwerk van Menten leidde tot de arrestatie van de oorlogsmisdadiger, die op 6 december van datzelfde jaar (1976 dus) in de kladden werd gevat in een hotel in Uster, nabij het Zwitserse Zürich.

Politieke reuring
Vooral op politiek vlak zorgde deze zaak voor de nodige reuring, waarbij de toenmalige minister van Justitie, Dries van Agt, het flink voor zijn kiezen kreeg. Hij moest zich twee keer verantwoorden in een debat, die (voor die tijd) vrij pikant gevoerd werden. Op 17 november 1976 vond het eerste debat plaats in de Tweede Kamer, met als inzet de vlucht van Menten. De Kamer wilde van Van Agt weten hoe het mogelijk was dat de oorlogsmisdadiger onvindbaar was. De minister liet weten dat hij wat hem betrof niet schuldig was en wees juist naar het Openbaar Ministerie, dat volgens hem tekort was geschoten en ernstige fouten had gemaakt. De Tweede Kamer reageerde zó verbolgen dat de vergadering een uur geschorst moest worden, zodat iedereen tot bedaren kon komen. Aan het einde kreeg Van Agt kritiek van D66, VVD, PvdA en CPN.
De Zaak Menten waargebeurd verhaal
Er werd afgesproken dat Van Agt onderzoek zou doen naar de verdwijning van Menten, maar de resultaten van dat onderzoek leidden tot een tweede debat. Op 23 februari 1977 wist de minister het vege lijf te redden door wél goed beslagen ten ijs te komen. Voorafgaand ging het gerucht dat hij zou moeten aftreden, maar PvdA-woordvoerder Aad Kosto trok zijn motie van wantrouwen in, omdat hij bang was dat het gele kabinet-Den Uyl anders zou vallen: “Er is twijfel gerezen aan de bekwaamheid van de minister om dit departement te leiden. Maar wij zouden het politiek onverantwoordelijk vinden om op die grond het werk, dat nog staande deze kabinetsperiode moet worden gedaan, in gevaar te brengen. Ziedaar onze afweging. In het openbaar! Wij bedrijven het politiek métier. De heer Van Agt zal verder moeten leven met zijn aversie (tegen de politiek, red.). En wij met hem.”
De zaak-Menten liep dus met een sisser af, maar de verhouding tussen PvdA en het toekomstige CDA had wel een flinke knauw gekregen. Mede daarom viel het kabinet twee maanden later, op 22 maart 1977, bij de kabinetscrisis over grondpolitiek.